woensdag 14 oktober 2015

De Nederlandse overheid moet (bijna) stoppen het financieren van goede doelen

De Nederlandse overheid moet (bijna) stoppen het financieren van goede doelen.

Goede doelen, het zit hem in de naam: Ze doen goede dingen. Zo ondersteunen goede doelen ontwikkelings en oorlogslanden, financieren onderzoek naar ziektes, helpen bij grote rampen en zorgen er ook voor dat veel dieren een beter bestaan hebben. Helaas ziet er in het goede van die doelen ook een mindere kant, vaak bereikt minder geld de eindbestemming dan dat er oorspronkelijk aan was gespendeerd. Er verdwijnt dus op mysterieuze wijze geld dat van de donateurs naar het uiteindelijke doel moet. Een recentelijk voorbeeld hiervan is het Alpe d’HuZes fonds, hier nam Coen van Veenendaal 160.000 op van de rekening van de stichting om vervolgens in zijn eigen zak te stoppen.
De Nederlandse overheid spendeert geld aan zulk soort ‘goede’ doelen ongeveer 5 miljard euro per jaar. Als een groot deel hiervan wordt gebruikt door mensen zoals Coen is het misschien handiger om met deze steun te stoppen. Het is tenslotte wel zo dat de rest van nederland niet gesponsord wordt door de overheid met bedragen van € 160.000. Niet al het geld zal naar binnenlandse stichtingen gaan, zo gaat het grootste deel van het steungeld naar ontwikkelingslanden in bijvoorbeeld Africa. Hier zijn identieke problemen aanwezig, het geld komt niet in volledige mate aan bij de bestemming. In veel ontwikkelings & oorlogslanden zijn er weinige instanties en regeringen vrij van corruptie en aangezien die instanties en regeringen de boel regelen in zo’n land moet het geld dus wel via deze wegen naar de plekken worden gebracht waar het geld nodig is. Elke keer als er een bedrag door de Nederlandse regering wordt overgemaakt naar de desbetreffende instanties zal er altijd wel een corrupte baas bij zitten die voor zijn ‘’goede diensten’’ de helft van het ontwikkelings geld liever in zijn nieuwe auto steekt dan het ook echt naar de bestemming te brengen.  Het komt er dus op neer dat het zonde van het geld is om de dus waarschijnlijke corrupte regeringen en hulp instanties geld te geven zodat ze de bevolking en het land kunnen helpen, want het geld zal toch grotendeels in de verkeerde handen vallen.
Er is een andere mogelijkheid om zulke landen te helpen, namelijk het zelf opzetten van hulporganisaties in de onwikkelingslanden. Hier door kan je zelf bepalen wie de leidinggevende in de organisatie worden en zodoende de corrupte mensen uit het geldcircuit houden. Dit werkt in praktijk wel beter  want er is betere controle de organisatie, er komt dus per gedoneerde som geld meer aan op de bestemde locatie dan via de bovengenoemde wegen. Maar vaak blijkt ook via deze zelf ingestelde organisaties het rendement van de organsitatie te laag te zijn.
Het sponsoren van goede doelen kost simpel weg te veel geld in vergelijking met wat het oplevert, vandaar dat het beter is om te stoppen met het financieren van de goede doelen.
De geschatte 5 miljard euro die per jaar aan deze goede doelen gedoneerd wordt zou ook op veel andere plekken gespendeerd worden. Door de huidige crisis zijn er op veel plekken in de Nederlandse maatschappij bezuinigingen gedaan. Veel van deze bezuinigen zouden kunnen worden terug gedraaid als de ondersteuning van de goede doelen door de Nederlandse overheid stop gezet wordt. Er zou dan veel meer geld vrij kunnen komen voor het onderwijs en de cultuur van Nederland, waardoor er studeren makkelijker wordt en veel musea en artestieke instellingen weer geopend kunnen worden.
De Nederlandse overheid zou wel een reputatie krijgen als gierig en egoistisch doordat ze de goede doelen niet meer sponseren, het zou daarom goed zijn om een bedrag over te laten voor stichtingen en hulporganisaties (die dan nog strenger in de gaten gehouden worden). Dit bedrag zou dan natuurlijk wel een stuk lager zijn dan de huidige 5 miljard.
Door het lage rendement van de huidige organisaties en stichtingen is het dus verstandig om met de fincanciering van goede doelen te stoppen, daardoor kan het bespaarde geld dan mooi in de Nederlandse kennis en cultuur worden gepompt.

maandag 28 september 2015

Betoog – Leerlingen moeten zelf hun docenten kunnen uitzoeken.

Betoog – Leerlingen moeten zelf hun docenten kunnen uitzoeken.

School zorgt voor veel problemen leerlingen; ze hebben het druk, halen lage cijfers en ze worden van alle kanten gepusht om harder te werken. Meestal is de oorzaak daarvan dat de leerling niet leert of niet goed oplet in de klas. Het zou voor al die arme leerlingen heel fijn zijn als deze problemen zomaar verdwenen. Natuurlijk gaat dit wat lastig want niemand leert wat als hij nooit iets uit zijn schoolboeken leert, maar er is wel een andere goede oplossing om de leerlingen beter te laten presteren: Leerlingen moeten zelf hun docenten kunnen uitzoeken.
De connectie tussen leraar en leerling is essentieel, geen goede leraar zorgt voor mindere prestaties van de leerling. De lesstof van een leraar die geen goede connectie met de leerling heeft zal minder goed binnendringen bij de leerling dan bij een leraar die wel een goede connectie met de leerling heeft. De leerling zal bij een ‘goede’ leraar meer interesse tonen en meer betrokken zijn bij de les en dus ook de lesstof beter opnemen. Het komt er op neer dat een leerling beter zal presteren (meer motivatie en uiteindelijk hogere cijfers), het is dus van belang dat elke leerling een leraar heeft waarmee hij opschiet. Want elke leraar heeft een eigen manier van lesgeven en elke leerling heeft zijn eigen voorkeur. Daarom is het van belang dat leerlingen hun eigen leraren moeten kiezen.
Als leerlingen toch geen goede connectie met de leraar hebben leidt dit vaak tot een leerachterstand in dat betreffende vak. Deze leerachterstand zorgt voor slechte cijfers en om de leerachterstand weer te compenseren moet er veel bijles worden gegeven door leraren en er moet veel tijd door de leerling in het vak gestoken worden. Het komt er op neer dat er een gigantische hoeveelheid aan uren extra aan school besteed worden terwijl dit voorkomen had kunnen worden als leerling de vrije keus hadden in welke leraar ze hadden voor dat vak. Nog een reden om leerlingen de keus te geven welke leraar ze hebben.
Als leerlingen hun eigen leraren mogen kiezen komt hier nog wat positiefs bij kijken. Als meestal de beste leraren gekozen worden zullen de mindere leraren bijna geen werk meer hebben. Ze zullen dan 2 keuzes hebben en dat is of het veranderen van hun lesmethoden zodat deze beter wordt of het zoeken van een andere baan waar ze meer geschikt voor zijn. Het komt er op neer dat alle goede leraren overblijven en de mindere verdwijnen, een proces dat veel lijkt op het evolutie proces ‘’survival of the fittest’’.
Je zal misschien nu wel denken dat er door dit proces een leraren tekort komt, maar ik denk  niet dat dit per se waar hoeft te zijn. Als alleen de goede en gerespecteerde leraren blijven zal de reputatie van de algemene leraar aanzienlijk stijgen en een minder negatief beeld krijgen onder jongeren. Dit zal er waarschijnlijk voor zorgen dat de studie om leraar te worden en uiteindelijk ook het beroep leraar zelf drukker bevolkt zullen worden en het leraren tekort dus gelijk verholpen wordt.

Zoals je ziet zitten er eigenlijk alleen maar voordelen aan het lijkt het met dus een goed idee dat dit plan in realiteit wordt omgezet.

vrijdag 10 april 2015

Beschouwing taalverwerving en meertaligheid

Er zijn een aantal theorieën over hoe baby's hun taal leren. Hieronder vertel ik kort wat over 4 van die theorieën: de Theorie van Noam Chomsky, de theorie van Alan Prince en Paul Smolensky, de Theorie van Tomasello en de theorie van neurale netwerken.

Theorie van Noam Chomsky
Elke taal heeft een stelsel van regels op basis waarvan we zinnen vormen. Het taalvermogen krijgt automatisch vorm. Talen zijn zo complex, dat ze wel een aangeboren aanleg moeten hebben om een taal te kunnen verwerven. Het zit dus in onze genen, Chomsky noem dit de Universele Grammatica. De universele grammatica bestaat uit principes en parameters (Principe-en-parameter theorie). De principes zijn aangeboren en liggen voor elke taal vast. De parameters worden gebruikt voor het leren van de specifieke kenmerken van een taal en worden beetje bij beetje ingevuld wat dan per taal verschilt.
Door de principes en parameters te combineren krijg je een oneindig mogelijkheid aan verschillende zinnen die wordt beperkt door een aantal regels.
Bijvoorbeeld:

-          Principe: In alle talen moet een zin een onderwerp hebben
-          Parameter:  fiets, auto, rijden, stoppen.

Uitzondering op deze regel: Sommige talen zoals het italiaans hoeven geen onderwerp bij het werkwoord, omdat je aan het werkwoord kunt zien welk persoon bedoelt wordt.

Theorie van Alan Prince en Paul Smolensky
Deze theorie beweert dat de regels van de taal ‘zacht van aard’ zijn, wat betekent dat regels overtreden mogen worden als ze in conflict komen met andere regels. Volgens de theorie worden de gemaakte zinnen wel aan de hand van algemene regels gemaakt, maar de zinnen kunnen wel afwijken van bepaalde regels om er voor te zorgen dat alle mogelijke opties correct zijn (verschillende talen wijken bijdezelfde grammatica regel van elkaar af, maar door verschillende grammatica regels als belangrijkst te zien is dit mogelijk).  Deze theorie wordt ook wel de optimaliteitstheorie genoemd.

Theorie van Tomasello
Deze theorie beweert dat kinderen geen aangeboren grammatica hebben zoals de Principe-en-parameter theorie beweert, maar dat kinderen leren van wat volwassenen zeggen. Ze leren veel grammaticale constructsies, na een poosje kunnen ze van die grammaticale constructies stukjes zin maken en daarna combineren ze meerdere stukjes zin aan elkaar. De baby’s/kinderen gebruiken de taal alleen om ervoor te zorgen dat ze geholpen worden.
De theorie van Tomasello  is gebaseerd op vermogen om de bedoelingen van andere mensen te begrijpen. Dit noemt hij het sociale instinct
.


Neurale netwerken
In je hersenen zitten veel zenuwverbindingen, wat het neurale netwerk wordt genoemd. Elke keer als een handeling wordt uitgevoerd wordt er een ‘pad’ afgelegd door het netwerk. Als een bepaalde handeling vaak wordt uitgevoerd, zoals het uitspreken van het woordje ‘ja’, dan worden deze connectie sterker en sterker. Bij baby’s die alles voor het eerst horen worden er allemaal nieuwe paden gemaakt. Elke nieuwe zinsconstructie of woord is een nieuw pad. Het is dus zo dat als een baby vaak genoeg een zinsconstructie of woordje hoort, dat hij het onthoudt en begint te herkennen. Door combinatie van het oefenen van klanken en leren van grammatica en woordjes kan de baby uiteindelijk beginnen met praten.

dinsdag 27 januari 2015

Studeren in eigen tempo

Opdracht 1
alinea a: 
- bindend studieadvies: een mededeling van hogeschool of universiteit dat de student niet verder mag gaan met zijn studie
- bachelor: bij een hogeschool de hele (beroeps)opleiding, bij een universiteit de basisopleiding 
- master: het tweede deel van een opleiding aan een universiteit 
- selectie aan de poort: universiteiten en hogescholen kunnen bepalen wie ze wel en niet toelaten 
- basisbeurs: een uitkering die iedere student krijgt en die bij een voltooide studie niet hoeft te worden terugbetaald 
- studievoorschot: een lening (tegen gunstige voorwaarden) die elke student aan hogeschool of universiteit kan aanvragen; komt vanaf 2015 in de plaats van de basisbeurs
alinea 2 
- stage: onderdeel van de studie waarin praktijkervaring wordt opgedaan 
- bestuursfunctie: het meewerken in het bestuur van een studentenvereniging 
alinea 3 
- langstudeerders: mensen die (veel) langer dan gebruikelijk over een studie doen 
alinea 7 
- LSVb: landelijke vakbond van studenten die de belangen van alle studenten probeert te behartigen 
alinea 8 
- flexstuderen: een vorm van studeren waarbij de student de mogelijkheid heeft zelf het tempo van de studie te bepalen 
alinea 9 
- voltijd: de volledige tijd besteden aan de studie 
- modulaire opzet: een studieopzet in onderdelen die afgesloten kunnen worden met een tentamen of een vergelijkbare prestatie 15 leerrechtensysteem een systeem waarbij de student een aantal vouchers (een soort bonnen) krijgt, die overal kunnen worden ingewisseld tegen toelating tot een studie of onderdeel van een studie


Opdracht 2

Knip: Scheiding
Columniste: iemand die opiniërende of grappige stukjes schrijft voor krant of tijdschrift
Per saldo: Per rekening
Naar rato van: in evenredige verhouding
Uitvalcijfers: Aantal studenten die stoppen/niet slagen voor de studie
Innovatie: Verniewing
Bureaucratisch: met veel regels en veel administratie
Rendementseisen: Eisen voor het rendement

Opdracht 3
A:

Voor wie toegankelijk? - Mensen met Havo/VWO diploma 
Lengte van de studie?  - Niet genoemd
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn? - Alle mogelijke opleidingen

Waar kun je studeren? - Universiteiten of hoge scholen
B


Voor wie toegankelijk? - Iedereen
Lengte van de studie?  - Niet genoemd
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn? - alle beschikbare opleidingen
C
Voor wie toegankelijk? - Havo/VWO


Lengte van de studie?  - Niet genoemd
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn? - Je kan het in stukjes doen of allemaal tegelijk

D
Voor wie toegankelijk? - Havo-VWO
Lengte van de studie?  - Niet genoemd
Welke keuzemogelijkheden in de leerstof zijn? - in stukjes of alles tegelijk 
E

Voor wie toegankelijk? - Havo-VWO
Lengte van de studie?  - Niet genoemd

Opdracht 4

1 A Voor mensen die naast hun studie nog iets anders willen doen 1 B   De studie moet nu in een vastgelegd tempo worden afgerond2 Studenten schrijven zich in voor onderdelen van de studie3 Studenten betalen per onderdeel, en krijgen ook per onderdeel een beurs
4 Het studiesysteem ligt vast in wetten en bureaucratie
Opdracht 5De Voor en Nadelen van flexstuderen
Opdracht 6In het huidige studiesysteem worden studenten als het ware gedwongen om hun studie zo snel mogelijk af te maken. Bij veel studenten is dit niet heel gunstig, als zij bijvoorbeeld hun studie willen combineren met andere dingen. Het zou beter zijn als de studenten de optie kregen om hun studie in delen op te splitsen, om ze vervolgens over meerdere jaren te uit te schuiven. Dit hoeft geen extra kosten te hebben en is wel voordeliger voor de student. Met de huidige wetgeving is dit niet mogelijk, omdat universiteiten alleen worden gefinancierd voor afgestudeerde leerlingen. Dit is helaas lastig te veranderen omdat universiteiten moeilijk hun gewoontes en regels kunnen veranderen.

Opdracht 7
1: 1. Ze moeten de studie zo snel mogelijk afmaken, dus ze kunnen zich niet eerst op hun gemak voelen
    2. Lang studeren veel geld, het moet dus zo snel mogelijk
Objectief
2: Veel studenten willen deeltijd studie om ook andere dingen te doen. Objectief
3. kosten zijn gelijk aan de huidige situatie
4. De mensen die langer gestudeerd hebben, hebben meer ervaring en zijn dus meer voorbereid op de maatschappij5. Dat kweekt mensen met een bredere visie, die later goede banen gaan bezetten en gaan functioneren als leidinggevende. Subjectief.6.Je geeft studenten veel meer keuzevrijheid als zij zelf kunnen bepalen welke vakken zij volgen en op wat voor tempo zij dit doen. Objectief.
7. Er zijn natuurlijk nog talloze studenten die wel voltijd willen studeren. Objectief.
8. We lopen in Nederland hopeloos achter met het leven lang leren. Met deze flexibele financiering zouden we die achterstand snel kunnen inhalen. Subjectief.
9.Het volgen van flexibel onderwijs sluit volgens haar aan op de huidige samenleving. Subjectief.
10.De wet op het Hoger Onderwijs stelt aan universiteiten een aantal voorwaarden. Eén daarvan is dat universiteiten alleen geld krijgen voor ingeschreven studenten die een volledige opleiding volgen. Objectief.
11. Een deel van het geld dat universiteiten en hogescholen krijgen, is afhankelijk van het aantal studenten dat afstudeert. “Hoe sneller hoe beter, is hun belang.” Objectief.
12. Hij is er voorstander van om de student meer keuzevrijheid te geven, maar ziet daar binnen het huidige systeem ook al mogelijkheden voor. Subjectief.
13.‘Het huidige kabinet ziet studeren als een kostenpost in plaats van een kans. Alleen dat is al reden genoeg om te kijken naar alternatieven. Subjectief.

Opdracht 8 
1.oneens - Bij een voltijdstudie heb je nog wel voldoende vrije tijd

2.
 eens - Er zijn situaties denkbaar waarin snel studeren niet optimaal is

3. eens - Argumenten zijn correct, oplossing goed
4. eens - de student heeft meer tijd gehad om zich te ontwikkelen dmv stages
5. oneens - Je kunt ook een bredere visie krijgen zonder gekke dingen te doen
6. eens - flexstuderen zou een oplossing kunnen zijn
7. eens - De meerderheid wil nog steeds voltijd
8. eens - als je het zonder extra kosten invoert, zijn er ook geen financiele problemen
9. eens - het is goed als er veranderingen plaatsvinden
10. eens - als het opgehelderd word is het voor allen beter
11. eens
12. eens 
13.

Opdracht 9 
1 Niks


2 De student bepaalt zelf hoeveel uitkering hij aanvraag en dat zegt niets over het studietempo
3 Nee
4 Nee
5 Modernisering wel

Opdracht 10
1: Full time of bijna full time studie is het beste voor mij, dan ben ik redelijk snel klaar met mijn studie en dan kan het echte leven beginnen
2: Part time studie is denk ik niks voor mij. Dan duurt het me allemaal te lang en ik denk dat het handig is om het zo snel mogelijk af te ronden,

Opdracht 11

De eerste kamer heeft onlangs het besluit genomen om het studievoorschot in te voeren.
Desondanks het feit dat de beslissingen genomen zijn wil ik mededelen wat een gemiddelde toekomstige student hier van zou vinden.

Het studievoorschot houdt in dat in plaats van een basisbeurs, de student een lening afsluit en deze na afloop van zijn studie terugbetaalt. Als je kijkt naar het huidige studiefinancieringsysteem is dit minder voordelig. Studenten die voor 1 september afstuderen hoeven namelijk niks te betalen aan de overheid. Het is jammer dat de overheid op de toekomst van Nederland gaat bezuinigen, de hoogopgeleiden zorgen immers voor de groei van de economie van Nederland.

Het studiefinancieringsysteem zoals het nu is is zo slecht nog niet, mits er een paar aanpassingen worden aangebracht. Het probleem waar de overheid vooral mee zat is het aantal mensen die lang doen over hun studie en alsmaar gefinancierd moeten worden. Een oplossing daarvoor is simpel. Stel het aantal jaren basisbeurs op een vast getal. Als je dan toch langer doet over je opleiding zal je zelf je studie moeten betalen. Dit zal ervoor zorgen dat de overheid niet alleen meer geld overhoudt maar bovendien zullen studenten meer aandacht besteden aan hun studie en beter hun best doen.

Wat betreft het moderniseren van het studeren zijn er ook een hoop andere manieren dan het invoeren van een leenstelsel, wat overigens kant noch wal slaat. Volgens mij kan een leenstelsel geen mogelijkheden bieden voor innovaties binnen het studeren. Veel logischer zou zijn om een centrale website voor iedere universiteit te ontwikkelen waar bijvoorbeeld boeken op komen te staan en artikelen van medestudenten. Een van de belangrijkste elementen in je studie is namelijk informatie. Vele universiteiten zijn hier al mee bezig, de overheid kan hier het een en ander stimuleren door bijvoorbeeld geld beschikbaar te stellen aan universiteiten voor de ontwikkeling van dit soort websites. Verder is het een beter idee om aan de toekomstige studenten te vragen wat zij willen laten veranderen tegen de tijd dat zij student worden.

De overheid zou tevens aandacht moeten besteden aan verrijkende projecten zoals uitwisselingsprojecten of uitjes naar bedrijven. Ook moeten stageprojecten sterk aangemoedigd worden, want goed studeren is niet het enige waarmee je carrière kan maken, praktijk is net zo belangrijk voor een succesvol leven in de maatschappij. Het is dus beter om meer aandacht te besteden aan het toepassen van hetgeen wat je allemaal studeert in plaats van alsmaar meer en meer studeren.

Voor de rest is het huidige systeem goed georganiseerd, lezingen worden weliswaar in grote zalen gehouden maar daar is weinig aan te doen. Aan de meeste universiteiten wordt er ook al aan practica gedaan dus daar hoeft ook niets aan veranderd te worden.


Het is belangrijk dat informatie goed wordt overgebracht, hiervoor heb je niet alleen goede en duidelijke theorieboeken voor nodig, leraren spelen een belangrijke rol bij het overbrengen van informatie en bij het helpen van studenten die vastzitten bij een bepaalde opdracht.

Al met al zijn de beslissingen van de eerste en de tweede kamer niet optimaal geweest voor de meeste toekomstige studenten maar er kan een hoop verbeterd worden. Ik leg de nadruk voornamelijk op een herziening van het studiefinancieringsysteem, omdat het aankomende leenstelel de situatie niet verbetert. Ook zal de modernisering anders aangepakt moeten worden, een online leeromgeving zoals die van de open universiteit zouden alle andere universiteiten ook moeten invoeren en de overheid zou daarbij goed kunnen helpen. Mocht dit allemaal veranderen, dan zal Nederland er enorm van profiteren door de groei in beter hoogopgeleide mensen.

woensdag 29 oktober 2014

Roken moet worden beperkt

23% van de Nederlandse bevolking rookt. Op alle sigaretten pakjes staat hoe ongezond roken is en wat voor erge ziektes je ervan kan krijgen. Hoewel de meeste mensen het ongezonde aspect van roken wel geaccepteerd hebben overzien ze toch veel andere onnodige en gevaarlijke gevolgen.

Alleen aan de ongezonde aspecten van roken zou je eigenlijk zeggen dat je het moet afschaffen omdat er per jaar twintig duizend mensen onnodig aan roken overlijden. Maar dat zou voor inkomsten van de overheid niet zo goed zijn. Elk jaar is de opbrengst van sigaretten accijns 1% van de totale opbrengst van de overheid en dat zou zonde zijn om zomaar weg te gooien.

Roken wordt door veel niet rokers gezien als irritant en stinkend. Zij kiezen er niet voor om te roken omdat ze dit niet lekker of gezond vinden. Toch als zij bijvoorbeeld een winkel uit lopen ademen zij rooklucht gevuld met giftige stoffen in. Het is dan ook begrijpelijk dat ze zich hier aan ergeren. Dit is een goede reden om roken te verbieden.

Het is in Nederland sinds 1990 al verboden om in openbare ruimtes te roken. Maar toch zijn er veel plekken waar toch gerookt wordt; Op straat, bij de ingang van gebouwen en in de horeca. Dit zorgt ervoor dat er mensen ziek worden van de rooklucht terwijl ze helemaal niet roken: het meerook effect. Er wordt geschat dat er jaarlijks 2500 mensen sterven door het meeroken. 2500 sterfgevallen die dus voorkomen hadden kunnen worden als roken verboden was geweest. Ze zijn in principe vermoordt door de sigarettenrook.

Maar voor de roker zelf is roken ook geen pretje. Naast verschillende vormen van hart- en vaatziekten, longziekten en kanker heeft de roker ook nog een flinke kostenpost aan zijn broek hangen. Een roker die een pakje sigaretten per dag rookt is jaarlijks 2160 euro kwijt aan zijn verslaving. Diezelfde roker is na 50 jaar 108.000 euro kwijt. Voor een gemiddelde persoon is dit een flink bedrag.

Een ongeboren baby, een foetus, ondervindt ook schade als de moeder rookt of meerookt. Een foetus kan onder andere onvolgroeid geboren worden, hersenschade oplopen of schade aan de luchtwegen krijgen. Dit is natuurlijk onacceptabel want het kind kon de keuze om te roken niet zelf maken.

Het zou de gezondheid van de Nederlandse burger goed doen als ze roken zouden verbieden. Helaas zou een compleet verbod betekenen dat de Nederlandse regering jaarlijks tweeënhalf miljard euro misloopt. In tijden van crisis is het natuurlijk niet handig om inkomsten te schrappen, want dan kom je alleen nog maar meer in de schulden.

Een middenweg lijkt de oplossing, het huidige beleid omtrent het roken kan niet doorgaan door de vele gezondheid problemen die daar mee gepaard komen. Maar het compleet schrappen van roken komt financieel niet goed uit en daarom dus lijkt een beperking van het roken een goede oplossing. Dit zou dan bijvoorbeeld inhouden dat er nergens meer op openbare gronden gerookt mag worden.

 

vrijdag 3 oktober 2014

Gehoorschade - Hoe gebeurt dat?

Heb je dat wel is? Een piep in je oren nadat je naar een discotheek of feest bent geweest? Die piep is een teken dat je (te lang) naar te harde muziek hebt geluisterd. Dit is niet zo erg als je na luisteren van die harde muziek lang genoeg je oren rust geeft, maar als je meerdere keren achter elkaar lang en hard muziek luistert kan er chronische gehoorschade optreden.

Er zijn natuurlijk meer oorzaken van gehoorschade en daar gaan we het over hebben in deze tekst. Ik zal de decibelschaal uitleggen en ook bespreken we de gevolgen en het voorkomen van gehoorschade.

Het gehoor
Geluid komt binnen in de oorschelp en gaat vervolgens door de de gehoorgang naar het trommelvlies. Achter het trommelvlies bevindt zich een met lucht gevulde ruimte waarin zich de gehoorbeentjes bevinden: de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel. Deze botjes zijn allemaal aan elkaar verbonden en vormen een soort van parcours die de signalen moeten volgen voordat ze in je hersenen worden geregistreerd. Dit ''parcour'' is aan de ene kant verbonden met het trommelvlies en de andere kant verbonden met een dun membraan. Dit membraan geeft de signalen weer door aan een slakkenhis gevuld met vloeistof en haartjes. De haartjes zijn het laatste item van het parcour.
Bij de piep in je oor waar we het in de inleiding over hadden, is er een tijdelijke beschadeging van die haartjes. De haartjes zijn dan te intensief gebuikt. Die beschadeging zorgt ervoor dat je gehoordrempel tijdelijk wordt verhoogd. Een gehoordrempel is de drempel tussen iets wel of niet horen. Als deze drempel omhoog gaat hoor je dus minder. Als je je gehoor lang genoeg rust geeft na zo'n piep kan het gehoor zich herstellen, maar gebeurt dit niet kunnen de trilhaartjes zich niet herstellen en blijft de gehoordrempel op de nieuwe hoogte.

Oorzaken
Een oorzaak die vooral bij de jeugd voor komt, is de geluidsoverlast. Deze beschadigt (langdurig) de haartjes in je oorschelp. Naast deze oorzaak onstaat veel gehoorschade door ziekten. Een aandoening die vaak voorkomt is het ophopen van oorsmeer (cerumen). Dit is niet zeer ernstig als het optijd verhopen wordt. Ontstekingen zoals middenoorontsteking (otitis media) en de ziekte van Ménière zijn ernstiger omdat die grote impact hebben op je dagelijks leven. Bij de ziekte van Ménière bijvoorbeeld kun je een aanval krijgen waarbij je duizeligheid, oorsuizen of gehoorverlies kunt ervaren.
Decibels
Bij 140 decibel kan je acute hoorschade oplopen en na een langere tijd krijg je vanaf 80 decibel ook hoorschade oplopen. Bij 140 decibels moet je je iets voorstellen als een zwaar stuk vuurwerk dat vlak naast je explodeert en 80 decibel kan je vergelijken met een drukke klas. Maar wat zijn en hoe werken decibels precies? De decibel schaal werkt als volgt: Als een geluid drie decibel meer wordt dan klinkt het twee keer zo hard en bij zes decibel stijging klinkt iets vier keer zo hard.

Preventie
Veel mensen die naar concerten gaan gebruiken speciale oordopjes om het geluid te verlagen. Dat is een goede manier om gehoorschade te voorkomen. De overheid probeert gehoorschade ook te voorkomen. Zo is er een wet die werknemers verplicht om gehoorbescherming te dragen als ze zich in werkomstandigheden bevinden met geluid harden dan 80 decibel. Een andere vervelende geluids vorm is geluids overlast (bijvoorbeeld een snelweg), dit is niet schadelijk maar wel hinderlijk. De overheid verhelpt dit soort problemen door het aanleggen van ''stille'' wegen en geluidsschermen.

Geluid is dus niet altijd schadelijk. Als je er voor zorgt dat je niet aan extreme geluidsomstandigheden blootsteld zul je je goede gehoor wel houden. Je kan natuurlijk ook slim doen en oordopjes indoen zodat je extra goed beschermd bent tegen geluid. En als je nou toch op een feestje bent met harde muziek, dan moet je de volgende dag gewoon je oren even rust geven!

donderdag 18 september 2014

Opdracht 16

Leerlingen moeten zelf hun docenten kunnen uitzoeken.




Als je les krijgt van een leraar waarmee je je totaal niet kan vinden dan is dat nogal hinderlijk. Ik vind daarom dan ook dat leerlingen zelf hun docenten moeten uitzoeken. Dat zou volgens mij veel beter zijn voor de prestaties voor leerlingen omdat die in de lessen meer gemotiveerd zijn door de leeraar die hij/zij zelf mocht uitzoeken. Een andere goede reden is dat alle goede leraren van de slechte leraren worden gescheiden en dat de slechte leraren zonder baan zitten. Zo stimuleer je ook nog eens alle leraren om goed hun best te doen. Ook omdat alle leerlingen dit een goed idee vinden moet het ingevoerd worden. Maar gelukkig is een beetje normaal mens het met mij eens dat leerlingen zelf hun leraren mogen kiezen.